Smeerkazen en gesmolten kazen

In 1913 werd door Walter Gerber en Fritz Stettler in Thun een nieuw proces van kaasbereiding uitgevonden. Eerder had de voedingschemicus Prof. Robert Burri het effect van smeltzout ontdekt in 1912. Dit smeltzout wordt gebruikt om harde, halfharde of zachte kaas om te zetten in gesmolten kaas. Gesmolten kaas bevat meestal 30 of 45% vet op de droge stof. Door smeltzout aan de kaas toe te voegen zetten deze smeltzouten kaaseiwitten om in een soepele, gladde en smeerbare vorm. Er wordt onderscheid gemaakt tussen smeltkaas in blokvorm (vaste consistentie, hoge zuurtegraad, laag watergehalte) en smeerkaas (zachte consistentie, lage zuurtegraad, hoog watergehalte).